In de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel eisen belangengroepen steeds nadrukkelijker hun plek op. Gepensioneerden laten zich duidelijker horen, jongeren willen een eigen plek aan tafel, en ook het Verantwoordingsorgaan kan met meerdere monden spreken. Wat betekent dit voor onze governance? Die vraag stond centraal op het VITP Jaarcongres in Driebergen op 30 september 2024.
Langzaam dringt in de samenleving het besef door dat te maken keuzes bij het invaren mensen in de portemonnee kunnen raken. Terwijl belangengroepen een stap naar voren zetten, kijken pensioenfondsbestuurders en hun interne toezichthouders soms vertwijfeld om zich heen. Zij doen toch al aan evenwichtige belangenafweging? Hoe om te gaan met al deze ‘particuliere’ meningen en zienswijzen? En welke rol blijft er over voor de vakbonden en werkgevers?
Open norm
Evenwichtige belangenafweging is een open norm, benadrukt John Kerstens, oud-Kamerlid en voorzitter van de Koepel Gepensioneerden. “Ik vind er niets mis mee als belangen van bepaalde groepen stevig voor het voetlicht worden gebracht. Pas daarna maakt het bestuur een eigen afweging. Die twee sluiten elkaar niet uit.”
Kerstens vindt dat de positie van gepensioneerden tijdens de transitie onvoldoende is geborgd. “In de praktijk is het een papieren tijger. Senioren spelen niet of nauwelijks een rol in de voorbereiding en uitvoering van beleid. Het is mede daardoor dat gepensioneerden al jarenlang veelal onderaan alle koopkrachtplaatjes bungelen.”
Netwerk gepensioneerden
Er bestaat grote variëteit tussen fondsen als het gaat om de invulling van het ‘hoorrecht’ van gepensioneerden. Maar helder is dat het ontbreken in de wet van procedurele waarborgen en sancties het hoorrecht fors belemmert. Hierdoor komt de door de wetgever noodzakelijk geachte borging van de belangen van gepensioneerden onvoldoende uit de verf.
Daarom pleit Kerstens voor het verder uitbouwen van de positie van (verenigingen van) gepensioneerden. Want zoals de wetgever in de Memorie van Toelichting op de wet zegt: de tijd is voorbij dat je er na pensionering van mag uitgaan dat de vakbond jouw pensioenbelangen net zo behartigt als die van werkenden. De Koepel Gepensioneerden begint de komende periode een netwerk van gepensioneerden-bestuurders.
Voeling met achterban
Paula Verhoef, MT-lid Pensioenen bij FNV, ziet het als grote uitdaging om alle geluiden te horen en mee te wegen. Diversiteit in het pensioenteam krijgt dan ook de nodige aandacht. Het bestuur kreeg in 2022 een PensioenPro Award vanwege de diverse samenstelling in leeftijd als geslacht.
Maar belangrijker dan de statistieken is ‘voeling met de achterban’, aldus Verhoef. “Zorg dat mensen weten wie je bent, dat je toegankelijk bent.”
Ook is vertegenwoordiging op zichzelf niet zaligmakend. “We kunnen het niet afdoen met: daarvoor hebben we een poppetje in het bestuur zitten. Het is onze plicht als bestuurders om iedereen te horen – ook de grote, stille middengroep.” Als voorbeeld noemt ze vrouwen met een pensioengat – die gaan niet de barricaden op, maar hebben wel een probleem.
Daarnaast koestert Verhoef de pariteit binnen het bestuur. Werknemers- én werkgeversorganisaties moeten binnenboord gehouden worden. “Pensioen is een arbeidsvoorwaarde, dus houd beide partijen betrokken. Draagvlak is cruciaal voor de verplichtstelling, wat de fundering is onder ons succesvolle stelsel. Laten we daar zuinig op zijn.”
Strategisch partnerschap
Een manier om een impuls te geven aan de samenwerking tussen de verschillende partijen en bijbehorende belangen, is om deze te benaderen als ‘strategisch partnerschap’. Dat is de overtuiging van Yvonne van Rooy, voorzitter van de Monitoringcommissie Code Pensioenfondsen.
Vertrouwen, betoogt Van Rooy, begint bij een goede samenwerking tussen bestuur, Raad van Toezicht en verantwoordingsorgaan. Dit wordt gestimuleerd door goed informeel contact en alle partijen dezelfde informatie geven. “Belangen hoeven echt niet altijd parallel te lopen. Maar met een strategisch partnerschap zie je wel de gedeelde belangen en leer je van elkaar.”
De vraag komt naar voren hoeveel daarvan moet worden gecommuniceerd naar deelnemers. Een pensioenfonds in Californië vindt openheid zo belangrijk dat elke vergadering van A tot Z op YouTube wordt gepubliceerd.
Van Rooy is daar geen voorstander van. Openheid is positief, maar een overmaat aan transparantie en communicatie kan deelnemers ook ongerust maken. Je bereikt er het tegenovergestelde mee: mensen krijgen het gevoel dat ze veel belangrijke informatie missen of niet goed begrijpen. “Laten we niet vergeten dat deelnemers vaak maar twee vragen hebben: kan ik eerder met pensioen, en hoeveel pensioen krijg ik. Het gaat om juiste begrijpelijke communicatie.”
Houd zelf de regie
Van Rooy vindt het mooi dat er binnen de sector wordt nagedacht over de inrichting van de governance. Wel waarschuwt ze voor te veel discussie en snelle veranderingen. “Zorg dat we eerst het transitieproces goed afronden en leren werken met de huidige code, voordat we alles weer opnieuw gaan inrichten.”
Vanuit haar ervaring in de zorg onderstreept ze het belang van governance in eigen hand houden. In de zorgsector leverde die wens een heftige strijd op met de overheid. “Als we er niet met elkaar uitkomen, wordt alles straks in wetten gegoten.”
Zoek elkaar in een vroeg stadium op, concludeert Van Rooy. Of het nu gaat om gesprekken tussen bestuur en RvT, of met belangengroepen in de samenleving. “Laat je antennes openstaan naar de buitenwereld, want de samenleving verandert altijd – en daarmee ook de governance.”