Vereniging Intern Toezichthouders Pensioensector

Uiterlijk op 1 januari 2027[1] moeten alle pensioenfondsen die willen overstappen naar de Wet toekomst pensioenen (Wtp) voldoen aan de eisen die de wet stelt. Dat wil zeggen: de transitie naar een solidaire premieregeling (SPR) of een flexibele premieregeling (FPR) volledig hebben afgerond; een combinatie van beide regelingen is ook mogelijk.

Dat moment van overstappen en het omzetten van de eerder opgebouwde pensioenen - het zogenaamde invaren - moet dus tussen nu en 1 januari 2027 plaatsvinden. De zomer van 2024 is inmiddels voorbij. Hoe staan de plannen van de Nederlandse pensioensector er op dit moment voor? En welke rol speelt toezichthouder DNB?

Overstap in 2025 blijkt lastig haalbaar

Een klein aantal pensioenfondsen was aanvankelijk van plan de transitie al op 1 januari 2025 te voltooien. Dat aantal is de afgelopen maanden steeds kleiner geworden. De beoogde invaardatum schuift steeds verder naar achteren.

Volgens de Wtp-monitoringsvragenlijst van DNB en AFM (Q2-2024) zijn er in totaal nog vijf pensioenfondsen die (voorlopig) vasthouden aan 1 januari 2025. Dit is exclusief de fondsen die dit al eerder aangaven en daarom de vragenlijst niet meer hebben ingevuld.

In totaal zijn er dus nog vijf fondsen over die nog altijd inzetten op 2025. Het gaat om twee bedrijfstakpensioenfondsen, één beroepspensioenfondsen, één ondernemingspensioenfonds en één APF-pensioenkring[2]. Deze fondsen zijn - gelukkig? - wel verdeeld over diverse pensioenuitvoeringsorganisaties.

Grootste piek in 2026

Een deel van de fondsen heeft het invaarmoment dus inmiddels uitgesteld, voorlopig naar 1 januari of 1 juli 2026. Dat wordt naar verwachting ook het jaar waarin de meeste fondsen de overstap gaan maken. Van de fondsen die een keuze hebben gemaakt gaan 31 bpf’en in 2026 over; van de opf’en gaan er eveneens 31 in dat jaar over. De op een na grootste piek volgt in 2027: 12 bpf’en en 22 opf’en. Een veel kleiner aantal fondsen stelt de overstap uit tot 2028.

Er zijn 35 fondsen die de komende 5 jaar verwachten te liquideren, waarvan 14% verwacht dit nog in 2024 te doen en 34% in 2025. In de jaren daarna zijn er meer fondsen die verwachten te liquideren: 11% van de 35 in 2026, 26% in 2027 en 14% in 2028. Ook wat betreft liquidaties blijven het dus drukke tijden voor de sector.

DNB beoordeelt de plannen

Tot zover wat de pensioenfondsen van plan zijn. Uiteraard moet DNB als toezichthouder op de hoogte zijn van die plannen, en dus worden ingelicht.

DNB toetst het besluit van het pensioenfonds tot invaren op:

  • Het besluitvormingsproces
  • Financiële en andere risico’s
  • Financiële effecten
  • De collectieve actuariële gelijkwaardigheid
  • De evenwichtige belangenafweging door het pensioenfonds.

Het traject van een invaarmelding gebeurt via in drie fasen:

  1. Controlefase: check op compleetheid: is alles ingeleverd?
  2. Beoordelingsfase: vindt pas plaats als het dossier compleet is
  3. Besluitvormingsfase: DNB besluit of het fonds verder kan.

Uiterlijk 1 juli 2025 dienen pensioenfondsen het implementatieplan, communicatieplan en een eventueel invaarbesluit ingediend te hebben. Wat betreft die controlefase gaf DNB al inhoudelijke feedback. Er zijn op basis van die eerste beoordelingen al de nodige lessen geleerd.

Zo was er een aantal fondsen dat overcomplete informatie had verstrekt. Waarschijnlijk uit angst niet compleet te zijn, maar een gebrek aan inhoudelijk kennis kan in sommige gevallen zeker ook een rol hebben gespeeld. Te veel (onnodige) informatie in het transitieplan is niet bevorderlijk voor de duidelijkheid. Het transitieplan moet natuurlijk nog wel compleet zijn. Zoals regeringscommissaris transitie pensioenen Fieke van der Lecq al opmerkte: ‘Hoe completer het transitieplan, hoe beter het implementatieplan.’

Verder constateert DNB dat financiële risico’s niet - of beperkt - worden meegewogen bij de onderbouwing van de evenwichtige transitie. Er wordt vooral op mediane pensioenverwachtingen gestuurd. Het is niet altijd duidelijk welke risico’s er zijn. En bij wie deze worden neergelegd.

DNB verwacht van de pensioenfondsen dat zij toetsen of ze binnen de aangegeven kaders handelen. Doelstellingen moeten helder zijn, bijvoorbeeld over mogelijke compensaties. Als dat soort dingen niet duidelijke in het transitieplan staan, moet het fonds terug naar de tekentafel.

Verbeteringen doorgevoerd

Op basis van de eerste ‘bevindingen’ heeft DNB inmiddels enkele aanpassingen doorgevoerd. Zo is het invaarsjabloon (in excel) aangepast, waardoor het duidelijker is wat de toezichthouder van de fondsen verwacht; verdere verbeteringen zijn al aangekondigd.

Verder is duidelijk dat DNB veel waarde hecht aan de opinie van de sleutelfunctiehouders. Die moet in de plannen dus duidelijk(er) naar voren komen. Een goede onderbouwing van de gemaakte keuzes maakt de kans op goedkeuring uiteraard aanzienlijk groter. Geef dus niet alleen duidelijk aan wat het fondsbesluit is, maar ook welke argumenten tot dat besluit hebben geleid. En zet besluit en argumenten - ook de argumenten om iets niet te doen - overzichtelijk bij elkaar. Laat duidelijk zien wat het fonds belangrijk vindt, en wat minder of niet belangrijk is.

Meer tips & tricks

Tot slot nog enkele andere tips die het hele invaartraject kunnen versoepelen:

  • Gebruik (consequent) de juiste wettelijke termen en verwijs waar mogelijk naar de relevante artikelen uit de wet. Ga niet zelf termen bedenken.
  • Richt als intern toezicht een goed proces in voor borging van de kwaliteit.
  • Geef als Raad van Toezicht geen eigen mening of het besluit evenwichtig is. Dat is aan het bestuur (en eventueel het verantwoordingsorgaan).
  • DNB stelt veel vragen over risicohouding en -bereidheid. Wees daarop voorbereid.
  • Zorg dat iedereen binnen het fonds voldoende tijd krijgt om stukken te beoordelen. Denk daarbij ook aan de Sleutelfunctiehouders en -vervullers.
  • DNB stelt zich formeel en juridisch op en volgt wet heel strikt. Houd daar rekening mee.
  • Zorg dat altijd duidelijk is wie wat wanneer doet. Dit vraagt om een strak en geformaliseerd projectmanagement en vastleggingen voor het hele transitieproces.
  • DNB en AFM komen frequent met aanpassingen en aanvullingen op bestaande uitingen. Controleer of alle stukken compliant zijn met de laatste versies van deze uitingen.
  • Laat een extra controle uitvoeren voordat de stukken naar DNB (en AFM) gaan. Stel iemand - bijvoorbeeld een pensioenjurist - aan die de check op compliance en volledigheid van het invaardossier doet.
  • Pak als pensioenfonds meer de regie, laat dat niet bij de uitvoerders.

 

Stephan Linnenbank

VITP bestuurslid 

 



[1] Er is een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om de transitiedatum met 1 jaar te verlengen naar 2028. Het voorstel regelt tevens dat de einddatum van de wet naar een Algemene Maatregel van Bestuur gaat. Zowel vanuit de Raad van State als de Tweede Kamer is er kritiek op het voorstel en op het moment van schrijven is het onzeker of de einddatum zal opschuiven

[2] Het gaat om bpf Levensmiddelen, PWRI, het beroepsfonds voor de Loodsen, het personeelsfonds voor APG en de pensioenkring Holland Casino bij apf Stap