Vereniging Intern Toezichthouders Pensioensector

Een voorbeeld uit de praktijk

Pensioenfondsen zijn druk bezig met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Heel veel werk, waar verschillende partijen bij betrokken zijn. Partijen die niet altijd dezelfde belangen hebben. Gelukkig is er een gezamenlijk doel: een goede nieuwe pensioenregeling voor alle deelnemers, die voldoet aan de eisen van de Wet toekomst pensioenen (Wtp).

Al lang voordat die nieuwe wet inging waren de meeste pensioenfondsen zich hierop aan het voorbereiden. Een klein aantal fondsen wil al op 1 januari 2025 overstappen. Maar de meeste fondsen kiezen voor een later moment. Om een voorbeeld te geven: Pensioenfonds Vervoer koerst op 1 juli 2025; veel andere fondsen geven de voorkeur aan een later moment. Uiterlijk op 1 januari 2028 moeten alle pensioenfondsen hun regeling aan de Wtp hebben aangepast.

Waar lopen pensioenfondsen tijdens dit traject tegenaan? Hoe kunnen bestuurder en toezichthouder eventuele blokkades vermijden of verwijderen? Kortom: wat zijn de succesfactoren om tot dat eerder genoemde gezamenlijke doel te komen? Daar wil ik in dit artikel iets over vertellen. Grotendeels gebaseerd op mijn eigen ervaringen als bestuurder van Pensioenfonds Vervoer. Maar mogelijk ook relevant voor bestuurders en toezichthouders van andere pensioenfondsen.

Van argwaan naar enthousiasme

In de vervoersector hebben we te maken met sterke - en kritische - vakbonden, die samen met de werkgevers bepalen hoe de pensioenregeling eruit komt te zien. Die vakbonden waren in eerste instantie niet enthousiast toen de plannen voor een nieuw pensioenstelsel op tafel kwamen. Om deze reden hebben we bij aanvang van het proces vooral de focus gelegd op zaken waar we het over eens waren, of snel over eens konden worden. Hoog over, zonder gelijk in details te treden; dat werkt uiteraard beter dan andersom. Zo werden alle partijen het bijvoorbeeld al snel eens over meerdere zaken die we zeker níet gingen veranderen.

Die eerste vastgelegde uitgangspunten vormden uiteindelijk de basis waar we altijd op terug konden vallen. (In mijn presentatie van maart 2024 kunt u meer over die uitgangspunten lezen, VITP leden bekijken deze hier.) Van daaruit zijn we steeds meer details gaan uitwerken, en kwamen de sociale partners tot een eerste ontwerp van de nieuwe pensioenregeling. De aanvankelijke argwaan was vervangen door voorzichtig enthousiasme. Vakbonden, werkgevers en pensioenfonds: we gingen er samen voor!

Werk samen, en weet wat je rol is

Vervolgens konden we al vrij snel (in juli 2023) een gezamenlijk transitieplan presenteren, waarin ook alle uitgangspunten voor de nieuwe pensioenregeling - inclusief de voorlopige keuze voor de solidaire premieregeling - waren opgenomen. De volgende stap was het implementatieplan. Het Verantwoordingsorgaan (VO) en de Raad van Toezicht (RvT) waren hier als toezichthouders vanaf het begin bij betrokken, evenals het bestuur van het pensioenfonds. Zo creëerden we gelijk draagkracht voor de aanstaande overgang naar de nieuwe regeling. Naar verwachting presenteert Pensioenfonds Vervoer zijn implementatieplan medio 2024.

Het is hierbij wel belangrijk dat iedereen in zijn/haar rol blijft. De RvT kan gedurende de aanloop naar de besluitvorming voor het bestuur functioneren als onafhankelijk klankbord, vragen stellen en aangeven wat voor de RvT in dit proces van belang is. Echter: op het moment dat het op besluitvorming aankomt, moeten de leden van de RvT ervoor zorgen dat zij niet op de stoel van de bestuursleden gaan zitten. De rol van het intern toezicht is nou eenmaal meer procesmatig en minder inhoudelijk. Om een voorbeeld te geven: het intern toezicht beoordeelt onder andere of alle relevante informatie door het bestuur is meegewogen in het uiteindelijke besluit.

Ik weet dat beide rollen in de praktijk soms door elkaar lopen. Toch vind ik het belangrijk dat iedereen hier scherp op is. Duidelijkheid voorkomt vaak een hoop ellende, net als een duidelijke rolverdeling. Door een goede voorbereiding loopt dit proces bij Pensioenfonds Vervoer tot op heden prima.

De vier factoren voor succes

Bij het ontwerpen van een nieuwe pensioenregeling - en de overgang naar een heel nieuw stelsel -heeft het bestuur van een pensioenfonds te maken met een heel palet aan stakeholders, met verschillende belangen. Dat loopt van de verschillende groepen deelnemers tot de werkgever(s) en (interne en externe) toezichthouders. Hoe zorg je er nou voor dat iedereen uiteindelijk tevreden is met het resultaat?

In mijn presentatie benoemde ik voor Pensioenfonds Vervoer vier succesfactoren.

  1. Vertrouwen

De allerbelangrijkste is natuurlijk vertrouwen. Ik zei het al eerder: we hebben te maken met verschillende stakeholders, soms met tegengestelde belangen. Die krijg je alleen op één lijn als je open en eerlijk - in goed vertrouwen - samenwerkt. Geef aan waar eventuele zorgen zitten, of twijfel. En los dat samen op.

  1. Uitgangspunten

Een tweede succesfactor noemde ik al: begin met het vastleggen van uitgangspunten waar alle partijen zich in kunnen vinden. Die vormen de basis waaruit je verder kunt werken. Pas als daar overeenstemming over is, kun je de details van de regeling uitwerken. Het is misschien een open deur, maar andersom werkt gewoon niet.

  1. Rolvastheid

De volgende succesfactor stipte ik ook al aan: ken je rol, en handel daarnaar. Intern toezichthouders doen er goed aan om zich in de voorbereiding op de besluitvorming proactief op te stellen, maar dienen er bij de daadwerkelijke besluitvorming ervoor te zorgen niet op de stoel van de bestuurder te gaan zitten.

  1. Planning

En als laatste succesfactor: werk met een goede planning waarbij voldoende ruimte is voor ieders inbreng. Schroom niet om punten die zeer gevoelig liggen tijdelijk in de koelkast te zetten. Bij Pensioenfonds Vervoer hebben we bijvoorbeeld te maken met problematiek rondom de loonaangifteketen. Het besluit daarover moet uiteraard wel worden genomen. Maar dat kan ook op een later moment.

Deze vier factoren zijn puur gebaseerd op mijn ervaringen bij Pensioenfonds Vervoer, en zeker niet heilig. Het is dus niet uit te sluiten dat voor andere fondsen weer andere succesfactoren gelden. Welke dat zijn weet u als toezichthouder wellicht al!

Kees Scheepens

Bestuurslid Pensioenfonds Vervoer/bestuurslid VITP