Vereniging Intern Toezichthouders Pensioensector

Congresverslag Jaarcongres VITP 26 september 2022

Toezichthouders in de pensioensector worden geconfronteerd met een stelselherziening, een toenemende zorgplicht, dreigende procedures door claimstichtingen en de groeiende druk van klimaatactivisten. Hoe kunnen ze daarmee omgaan én het vertrouwen in de sector herstellen? Die vraag stond centraal tijdens het tiende VITP-jaarcongres. ‘Zorg dat je een goed verhaal hebt als actievoerders zeggen: ‘Hé boomers, wat doen jullie tegen klimaatverandering?’        

Het alweer tiende jaarcongres van de VITP, de Vereniging van Intern Toezichthouders Pensioensector, vindt vlak na Prinsjesdag plaats. Het vertrouwen in kabinet-Rutte IV is historisch laag, zo kwam naar voren uit het jaarlijkse Prinsjesdag-onderzoek van EenVandaag: het kabinet kreeg een vernietigend rapportcijfer, een 3,3. Zo bezien, valt het nog wel mee met het vertrouwen met pensioenfondsen. Dat steeg het afgelopen jaar van 53 naar 62 procent, zo blijkt uit recent onderzoek van extern toezichthouder DNB (DNB Trust Survey 2006-2022). Ook dat ‘rapportcijfer’ geeft echter nog voldoende aanleiding voor vertrouwensherstel, zeker nu de sector voor de transitie naar een nieuw pensioenstelsel staat. Welke rol heeft het intern toezicht van pensioenfondsen bij het herstel van vertrouwen?, luidt het congresthema dan ook.  

Open normen, grijs gebied

Een belangrijke rol bij dat herstel van vertrouwen spelen houding en gedrag van de pensioenfondsbestuurders en goed toezicht daarop, aldus VITP-voorzitter Peter de Groot. Hij schetst de ontwikkeling van een compliance-gerichte visie naar open normen in wet- en regelgeving. Er is sprake van een ‘grijs gebied’, waarin de juiste afwegingen gemaakt moeten worden. De Groot: ‘Die  afwegingen moeten fondsspecifiek tot stand komen. Ga als toezichthouder dus actief het gesprek aan met bestuurders over de invulling van die open normen, over dat grijze gebied. Dat is een nieuwe uitdaging waar we als toezichthouders voor staan.’ Dat sluit direct aan op een andere ontwikkeling die De Groot signaleert: een verschuiving van het visitatiemodel naar een governancestructuur met niet-uitvoerend bestuurders. ‘Bij visitatie gaat het om toezicht achteraf, niet-uitvoerend bestuurders zitten aan de voorkant van het besluitvormingsproces en kunnen dus vooraf toezicht houden op de gemaakte afwegingen.’

Risico dempen en kritische vragen stellen

Pensioenfondsen kennen niet alleen intern toezichthouders, maar ook twee extern toezichthouders: De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). ‘U als intern toezichthouder en wij als extern toezichthouder hebben een vergelijkbare rol: een risicodempingsmechanisme, countervalling power en checks & balances’, houdt Jan Berndsen van de AFM de zaal voor. ‘We staan voor spannende tijden met de overgang naar een nieuw pensioenstelsel. Daarbij is het belangrijk dat u het pensioenbestuur met raad terzijde staat, maar ook voldoende tegenwicht biedt en kritische vragen stelt.’ Hij geeft meteen een advies: ‘Wacht niet af tot het nieuwe pensioenstelsel wettelijk in kannen en kruiken is, begin nu al met de implementatie.’ De guidance van de AFM kan daarbij helpen.  

Geen agent achter elke boom

De AFM is verantwoordelijk voor het gedragstoezicht op de pensioensector. ‘We willen als AFM niet een politieagent achter elke boom zetten, we zetten liever in op preventie en dialoog’, aldus Berndsen. De focus van het pensioentoezicht van de AFM ligt op realistische verwachtingen bij deelnemers tijdens de transitie en in het nieuwe stelsel. Bij het gedragstoezicht kijkt de AFM dan ook vanuit het perspectief van de deelnemer: zorgt de communicatie van pensioenfondsen voor duidelijke verwachtingen bij deelnemers, worden voorzienbare teleurstellingen voorkomen en worden ze goed begeleid bij pensioenkeuzes?

Kruip in de huid van de deelnemer

Allereerst de informatie: die moet correct, duidelijk, evenwichtig en tijdig zijn, benadrukt Berndsen: ‘Het vertrouwen van deelnemers is gebaseerd op de kwaliteit van de interactie.’ Ten tweede: de afwegingen rond een passend pensioen: ‘Zorg dat u uw deelnemers in alle facetten kent en vooral goed snapt hoeveel risico de deelnemers kunnen en willen dragen. Dat helpt bij de afweging of de nieuwe pensioenregeling past bij de deelnemerspopulatie.’ Ten derde en laatste: de keuzebegeleiding, een thema waarop hieronder nader wordt ingegaan.

Het weerspiegelt zich in de aandachtspunten van de extern toezichthouder bij de stelselherziening: uitlegbaarheid van het pensioen, transparantie tijdens de transitie, risico op onrealistische verwachtingen in de communicatie, kwaliteit van de pensioenadministratie en correcte informatie en adequate keuzebegeleiding. ‘We staan met de transitie naar een nieuw pensioenstelsel voor een unieke en complexe operatie’, besluit Berndsen. ‘De transitie vraagt om meer transparantie dan u wellicht gewend bent. Kruip als toezichthouder dus in de huid van de deelnemer: begrijpt die de gemaakte keuzes en de communicatie daarover?’

Begin vandaag

Het nieuwe pensioenstelsel legt meer eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid bij de deelnemers. Maar die hebben vaak wel wat hulp nodig bij het maken van die complexe keuzes. ‘Deelnemers hebben vaak een beperkte financiële focus, zijn gericht op het heden en niet op de toekomst en zijn meestal niet geneigd om actie te ondernemen op het gebied van hun pensioen’, schetst Ingrid Mertens van de AFM. Een adequate keuzebegeleiding door de pensioenuitvoerder is dus belangrijk. ‘Wacht niet, begin er vandaag mee’, benadrukt ook Mertens. De guidance die de AFM daarvoor heeft opgesteld bevat drie elementen: een goede inrichting van keuzebegeleiding (zowel de keuzeomgeving als informatieverstrekking vanaf het eerste contactmoment en via alle kanalen), een vlekkeloze uitvoering en doorlopende verbetering.

Adviseren mag, mits….

Bij al deze drie elementen ligt er een rol voor intern toezichthouders, stipuleert Mertens: stel kritische vragen over de keuzebegeleiding en vraag dóór. Ze geeft een aantal voorbeelden: Past de informatieverstrekking en de keuze-architectuur bijvoorbeeld wel bij de specifieke deelnemers van het fonds? Wordt het een brief of een app, of liever nog allebei? Bij een mismatch tussen doelgroep en communicatiekanaal mist de informatie immers het doel. Zijn de keuzes die worden aangeboden in de keuze-architectuur samenhangend en wordt de standaardoptie afgestemd op specifieke groepen of zelfs individuele deelnemers? Wordt er voldoende budget en capaciteit vrijgemaakt voor de implementatie van keuzebegeleiding en wordt er prioriteit gegeven aan continue verbetering?  ‘Keuzebegeleiding mag niet ondersneeuwen, het is té belangrijk voor een passend pensioen van de deelnemer’, stelt Mertens. Ze gaat tot slot in op een heet hangijzer voor de pensioensector, na een vraag uit de zaal: waar stopt informeren en begint het adviseren van de deelnemer, waar leg je de grens? ‘Adviseren over keuzes die voortvloeien uit de wet en de pensioenregeling mag’, aldus Mertens. Het aanbevelen van een specifiek product van een specifieke onderneming aan (potentiële) individuele deelnemers is echter níet toegestaan.  

Aansprakelijkheid ligt op de loer

Bedenk dus goed wat adviseren door de pensioenuitvoerder voor de aansprakelijkheid kan betekenen en voorkom schending van het verbod op nevenactiviteiten, waarschuwt Bianca van der Goes, director Risk & Pensions binnen de pensioenpraktijk van PwC. ‘Áls je advies geeft, doe het dan binnen de norm en doe het góed. Deelnemers kunnen blind gaan varen op het advies, als dat verkeerd uitpakt, ligt aansprakelijkheid op de loer.’ Een deelnemer uit de zaal draait het om: is een pensioenuitvoerder niet ook aansprakelijk, als de deelnemer níet is geadviseerd over het maken van de juiste keuzes? ‘Er is geen adviesplicht’, reageert Van der Goes. ‘Pensioenfondsen moeten hun deelnemers wel informeren, activeren en begeleiden bij de keuzes.’

Irrationele keuzes

Een informatieplicht hadden pensioenfondsen al. Activeren en begeleiden zijn nieuw en komen voort uit de toenemende zorgplicht waarmee pensioenfondsen als professionele dienstverleners met een maatschappelijke functie worden geconfronteerd. Dat wordt nog versterkt door de transitie naar een nieuw pensioenstelsel. De zorgplicht is niet gedefinieerd in de Pensioenwet, er is sprake van open normen: het aanzetten van deelnemers tot concrete actie en de al eerder besproken keuzebegeleiding. Van der Goes: ‘Als toezichthouder moet u dus zélf nadenken over de vraag of deelnemers voldoende geactiveerd en goed begeleid worden bij pensioenkeuzes.’ Deelnemers maken vaak lichtvaardige en irrationele keuzes en moeten dus beschermd worden tegen hun eigen onkunde, inertie, of biases. Denk aan een kortetermijnfocus, impulsief handelen (een onverantwoord groot bedrag uit de pensioenpot opnemen, omdat het kán), kuddegedrag en verliesaversie (en daarom niet kiezen voor de soms passender variabele-premieregeling).    

‘Het rommelt’

Het schenden van de zorgplicht kan leiden tot klachten, aan de schandpaal genageld worden bij consumentenprogramma’s, (massa)claims, reputatieschade en procedures. Banken en verzekeraars hebben er al langer mee te maken, zoals de casus van beleggingsverzekeringen laat zien. De aangeboden compensatieregelingen bleken in veel gevallen tot méér claims te leiden. Van der Goes ziet ook in de pensioensector het aantal zorgplichtprocedures groeien. ‘Het rommelt’, waarschuwt ze, bepaalde claimstichtingen zien collectieve acties als businessmodel en hebben na banken en verzekeraars hun oog nu ook laten vallen op pensioenfondsen.

Volg een mediatraining 

Van der Goes geeft vervolgens een aantal tips voor hoe pensioenfondsen daar het best mee kunnen omgaan, gebaseerd op de lessen uit de financiële sector. Een greep: Als je zaken doet met één claimstichting, dan wil dat niet zeggen dat andere stichtingen de schikking zullen volgen. Breng alle stakeholders eerst in kaart en realiseer je dat nieuwe claimstichtingen kunnen opstaan. Verschillende instanties of rechtbanken kunnen heel anders oordelen, dus analyseer de uitspraken. Volg een mediatraining en stel een persbeleid en draaiboek op. Ken je pensioenproduct. Denk goed na op welke wijze je de onderliggende berekeningen wilt verstrekken: berekeningen leiden vaak tot nieuwe klachten. Bedenk ook hoe je wilt omgaan met kwetsbare stakeholders en leg vast waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt. ‘Anders loop je een reputatie- en aansprakelijkheidsrisico. Gelukkig mogen we óók uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van deelnemers voor hun pensioen, bijvoorbeeld om de informatie van het fonds te lezen.’     

Notuleer goed

Heske van Eyck van Heslinga ziet vanuit haar rol als gedelegeerd Ondernemingskamer-bestuurder en commissaris veel wanbeleidprocedures en geeft de aanwezige pensioenfondstoezichthouders graag een nadere precisering mee van goede notulering: ‘Schets in de notulen niet alleen het genomen besluit, maar ook de context, de overwogen alternatieven en de gemaakte afwegingen voor de uiteindelijke besluitvorming. Dat is cruciaal, mocht het later tot een procedure komen.’ VITP-voorzitter De Groot geeft de zaal ook nog een waarschuwing mee: ‘Besteed als toezichthouder voldoende aandacht aan de zorgplicht, want als je voor de rechter komt te staan, wordt een zaak van jaren geleden beoordeeld naar de normen van nu.’     

Kodak van de 21e eeuw

Is een verantwoord beleggingsbeleid ook onderdeel van de zorgplicht van pensioenfondsen? Wel als het ligt aan Mark van Baal, oprichter en voorman van Follow This. De klimaatorganisatie telt  inmiddels zo’n 5.000 ‘groene aandeelhouders’, die via de website een aandeel Shell, BP, TotalEnergies, ExxonMobil of Chevron kunnen kopen, zodat Follow This het stemrecht kan bundelen om via agendering, resoluties en stemgedrag olie- en gasbedrijven te dwingen versneld de transitie van fossiele naar duurzame energie te maken. De groene aandeelhouders kunnen ook een e-mail sturen naar de ceo’s van de vijf bedrijven. Van Baal somt de argumenten voor de energietransitie  nog maar eens op: innovatie maakt nieuwe energie goedkoper, fossiele energie zal juist steeds duurder worden, de overheid zal subsidies intrekken, bedrijven zullen moeten afschrijven op hun reserves en beleggers zullen de waarde van hun portfolio zien dalen. Daarnaast lopen beide steeds meer risico dat de kosten van klimaatverandering – die met elke graad hoger exponentieel toenemen – juridisch op hen en hun bestuurders zal worden verhaald. Van Baal: ‘Oliebedrijven en hun investeerders dreigen de Kodaks van de 21e eeuw te worden.’

Resolutie op Shell-ava

Het idee voor Follow This ontstond toen Van Baal – destijds journalist – besefte dat de pen als wapen te weinig effectief was om invloed uit te oefenen op het klimaatbeleid van bedrijven, omdat die alleen luisteren naar hun aandeelhouders. Eerst benaderde hij pensioenfondsen, maar die hielden het liever bij hun eigen engagementstrategie. En dus koos Van Baal voor een grassroots-organisatie, waarbij burgers het heft in eigen hand nemen. De aanloopperiode was moeizaam, de reacties varieerden van: ‘sympathiek initiatief’ tot dream on. Maar in 2016 haakte een vijftal grote privébeleggers aan (onder wie de oprichter van Marktplaats). Daarmee kreeg Van Baal de vereiste 5 miljoen euro in aandelen bij elkaar voor een eerste resolutie op de aandeelhoudersvergadering van Shell: aansluiting bij de doelstellingen van het Parijs-akkoord. Inclusief scope-3, het nemen van verantwoordelijkheid voor reductie van de CO2-uitstoot in de hele keten: dus ook die van de klanten aan wie Shell olie en gas verkoopt.

Beleggers als helden

Het Shell-bestuur bestempelde de resolutie als “onverstandig” en adviseerde de aandeelhouders tegen te stemmen. Dat advies werd door acht van de tien grootste Nederlandse institutionele beleggers opgevolgd (met één onthouding). Alleen Actiam stemde vóór, als eerste pensioenuitvoerder. Fast forward naar 2022: dit jaar stemde de hele top-10 vóór de resolutie op de jaarvergadering van Shell (met uitzondering van Actiam, dat inmiddels geen aandelen Shell meer bezit). Inmiddels hanteren alle vijf olie- en gasbedrijven scope 3-doelstelligen (al moest er bij Shell natuurlijk wel een rechter aan te pas komen om de duurzaamheidsdoelstellingen aan te scherpen). ‘De beleggers bij onder meer de pensioenuitvoerders zijn de helden van dit verhaal’, aldus Van Baal. ‘Zij weerstaan de druk van Shell om tegen te stemmen. Een staaltje even persoonlijk als anoniem leiderschap, want anders gaat er meteen een telefoontje van de Shell-top naar hun baas.’

Rentmeesters van de wereld

Stemde er in 2016 nog maar 2,7 % van de Shell-aandeelhouders voor de klimaatresolutie van Follow This, in 2022 was dat 20%. Overigens is dat 10% minder dan in 2021, doordat de greenwashers onder de beleggers sindsdien weer zijn afgehaakt door de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis. Van Baal: ‘Eerst moet het momentum terug en uiteindelijk moet de meerderheid van de aandeelhouders voor de resoluties stemmen. We hebben aandeelhouders nodig met een langetermijnvisie, die zich opstellen als rentmeesters van de wereld. Een financiële wereld die niet naar het volgende kwartaal kijkt, maar naar de volgende generatie.’ Want we zijn er nog lang niet, aldus Van Baal. Er zijn vijf stappen nodig om aan te sluiten bij het Parijs-akkoord, samengevat in het acroniem SATIE. Aandeelhouders (de S van shareholders) die vóór (scope-3) CO2-reductie stemmen vormen pas het begin. Bedrijven moeten Ambities formuleren, vertaald in Parijs-consistente Targets, leidend tot Parijs-consistent Investeren, uiteindelijk resulterend in reductie van de Emissie van CO2.

Hotel California

Pensioenfonds ABP heeft inmiddels bekendgemaakt uit fossiele investeringen te stappen. Van Baal was verbaasd over dat ‘plotselinge’ besluit. ‘Als pensioenuitvoerder kun je je invloed als grote belegger aanwenden. Als je je aandelen verkoopt, heb je de mogelijkheid niet meer om invloed uit te oefenen en kunnen er minder verantwoordelijke aandeelhouders voor terugkomen. Het is de easy way-out, dus blijf liever geïnvesteerd in fossiel.’ Van Baal verwijst naar een zin uit het Eagles-nummer Hotel California: ‘You can check out any time you like, but you can never leave.’

Zeg, boomers

APG, de uitvoeringsorganisatie van ABP, had te maken met demonstranten in de kantoorlobby, andere pensioenuitvoerders staat ongetwijfeld hetzelfde lot te wachten. Sommige toezichthouders in de zaal spreken hun angst uit voor actievoerders als Extinction Rebellion of Fossielvrij NL. Maar er is niets om bang voor te zijn volgens Van Baal: ‘Het zijn geen boeren die met brandende fakkels voor je huis komen staan, het zijn gewoon twintigers die bezorgd zijn over de klimaatverandering en zeggen: hé boomers, waarom hebben jullie zo lang niets aan klimaatverandering gedaan? Je moet dus wel een goed verhaal hebben. Maar ga gewoon met ze in gesprek en leg uit dat het fonds zijn invloed als aandeelhouder gebruikt via engagement en stemgedrag.’

I have a dream…

Follow This ontstond ooit vanuit een droom van Van Baal: Zou het niet geweldig zijn als een olie- en gasgigant als Shell zich met het volle gewicht zou inzetten voor de energietransitie? Hij richt zich tot besluit direct tot de pensioentoezichthouders in de zaal: ‘Ik hoop dat ú ook een droom hebt: Zou het niet geweldig zijn als onze deelnemers met pensioen kunnen gaan in een leefbare wereld? Als een voormalige journalist oliemultinationals in beweging kan krijgen, moeten de toezichthouders van pensioenfondsen dat toch zéker kunnen.’       

Afschrijvingen op portfolio voorkomen

Wat nemen toezichthouders van pensioenfondsen mee van de drie congresbijdragen? Dat wordt verwoord door een driekoppig panel, bestaande uit Houthoff-pensioenspecialist Roland de Greef, Evelien Vlastuin, bestuurder van BPL Pensioen (voor de agrarische en groene sector) en ABP-bestuurslid André van Vliet. De Greef vraagt zich af of de AFM niet ook toezicht zou moeten houden op de sociale partners, die immers over de keuze voor de premieregeling in het nieuwe pensioencontract gaan. Verder werd hij getriggerd door de activerings- en waarschuwingsplicht voortvloeiend uit de toegenomen zorgplicht voor pensioenfondsen, plus de aansprakelijkheidsgevolgen van het wel of niet adviseren van de deelnemer over keuzes. En over de duurzaamheidsopgave als grote beleggers: ‘Kijk als interne toezichthouders dus goed hoe het pensioenfondsbestuur met ESG omgaat, om latere afschrijvingen op het portfolio te voorkomen.’

Luisteren naar de achterban

Vlastuin ziet juist kansen in de zorgplicht en het adviseren van deelnemers: ‘Je kunt ermee laten zien dat je méér bent dan een organisatie voor het storten en incasseren van geld.’ En over duurzaam beleggen: ‘Wij investeren als pensioenfonds nog wel in fossiele energie, maar we hebben een goed verhaal. Dat moeten we alleen nog beter uitdragen.’ Van Vliet tot slot benadrukt dat de deelnemer achter het pensioen-‘product’ niet uit het oog verloren mag worden: het draait uiteindelijk om de verzorgingsgedachte. Hij gaat ook kort in op het besluit van ABP om niet langer in Shell en andere producenten van fossiele energie te investeren: ‘We zijn niet gezwicht voor de argumenten van actiegroepen, dat stadium zijn we al voorbij. We hebben er zelf voor gekozen en kwamen daarmee ook tegemoet aan de vraag van betrokken deelnemers en werkgevers om ons terug te trekken uit fossiele energie. Toezichthouders van pensioenfondsen zullen rekening moeten houden met de normen die hun achterban nu én in de toekomst hanteren.’ 

 

VITP leden lezen de presentaties van de sprekers ook op het ledengedeelte.